Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

 

Artikel 82
1
Het college van medisch toezicht telt twee rechtsgeleerde leden, van wie één tevens voorzitter is, alsmede drie leden-artsen. Van het college maken mede deel uit plaatsvervangende rechtsgeleerde leden, benevens plaatsvervangende leden-artsen.
2
Aan de behandeling van een zaak wordt deelgenomen door de voorzitter, door het andere rechtsgeleerde lid en door de drie leden-artsen, een en ander met de mogelijkheid van plaatsvervanging.
3
Ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de voorzitter en zijn plaatsvervanger is artikel 55, derde lid, van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de overige leden en plaatsvervangende leden is artikel 55, vierde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de leden-artsen en de plaatsvervangende leden-artsen worden benoemd uit personen die als arts ingeschreven staan in het desbetreffende register.
4
Het college heeft een secretaris en een plaatsvervangende secretaris, beiden rechtsgeleerden. Zij worden bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Ministers benoemd, geschorst en ontslagen.
5
Ten aanzien van de leden, de plaatsvervangende leden, de secretaris en de plaatsvervangende secretaris is artikel 61 van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de leden en de plaatsvervangende leden zijn voorts de artikelen 60 en 63 van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de leden-artsen en de plaatsvervangende leden-artsen is bovendien artikel 59 van overeenkomstige toepassing.
6
Artikel 62 is van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •